Opgepakt... en dan?

Een verdachte is iemand van wie de politie denkt dat hij iets strafbaars heeft gedaan.

Als je verdacht bent van een misdrijf mag de politie:

- je fouilleren: Hierbij wordt je kleding en je lichaam onderzocht.

- Je arresteren: Je moet mee naar het politiebureau voor verder verhoor en je kunt voor een paar dingen in een cel worden vastgehouden.

- Je huis onderzoeken: De politie is dan opzoek naar bewijsmateriaal.

 

Na het onderzoek van de politie wordt er een proces-verbaal geschreven.

Dat is een speciaal politieverslag over het misdrijf en de verdachte.

 

Als je tussen de 12 en 18 jaar bent en je pleegt een lichte misdrijf kan de politie je in contact brengen met Halt.

Het kan zijn dat je de schade zelf moet herstellen of betalen.

Als je hieraan meewerkt komt er geen rechtszaak.

 

Als het geen zaak voor Halt is gaat het proces-verbaal naar de officier van justitie.

Dit is een speciale ambtenaar die beslist wat er verder met de verdachte gaat gebeuren.

De officier heeft 3 mogelijkheden:

1. Hij seponeert de zaak. Dat betekent dat hij geen verdere stappen onderneemt.

2. Hij geeft een schikking. Ook wel boete genoemd.

3. Hij besluit te vervolgen, dat wilt zeggen dat hij de verdachte voor de rechter zet.

 

Nederland is een rechtsstaat: Een land waar de rechten en plichten van mensen en van de overheid zijn vastgesteld.

 

Nog een kenmerk van een rechtsstaat is de scheiding van de politieke macht waarbij:

- het parlement over alle wetten beslist.

- ministers de wetten uitvoeren.

- rechters mensen straffen die zich niet aan de wet houden.

 

In Nederland maken de Eerste en Tweede Kamer dus wetten waarin staat wat strafbaar is.

De Kamerleden stellen ook de bijbehorende maximumstraf vast.

De rechter past daarna de wetsregels toe.